Toen ik klein was, wilde ik juffrouw worden. Net als mijn oma. Ik vond het prachtig dat ik de mogelijkheid had anderen iets te leren.
Iets ouder richtten mijn dromen zich op CliniClowns. Op de teevee zag ik hoe zij een lach op het gezicht van (zieke) kinderen toveren; het leek me magisch datzelfde te mogen en kunnen doen.
Op de middelbare school wenste ik actrice te zijn: verhalen vertellen, mensen ontroeren en meenemen naar werelden die hen onbekend zijn.
Tijdens mijn studietijd ontwikkelde ik me als theaterdocent en -maker. Ik wilde theater inzetten als middel om spelers te helpen ontdekken hoe krachtig ze vanbinnen al zijn.
Toekomstdromen geven houvast, perspectief. Ze spiegelen je karakter in het nu.
Wellicht lukt het mij ooit te werken. Tot die tijd blijf ik sowieso trouw aan wat mij drijft: