'Ik kan het niet!'
'Ik ben niet goed genoeg.'
'Zij zijn veel knapper/creatiever/slimmer/moediger/grappiger/sterker/spontaner/
[willekeurige overtreffende trap van een positieve eigenschap] dan ik. Wat heb ìk nu te bieden?'
Ik weet zeker dat ik niet alleen sta wanneer ik schrijf over onzekerheid. Stemmetjes in mijn hoofd die luidkeels roepen dat ik niet goed genoeg ben. Vuurspuwende draken met het uitzonderlijke talent iedere situatie om te buigen naar negativiteit. Zelfs de positiefste overwinning biedt kansen voor wantrouwen: 'hmpff, wat denk je wel niet?!'
Ben ik lief voor mezelf, noemt de draak me egoïstisch. Denk ik teveel aan anderen, word ik uitgemaakt voor opdringerig. Deel ik eerlijk mijn verhaal, ben ik een aandachttrekker. Sla ik verdrietige delen over, word ik onoprecht genoemd. Bij succes moet ik me vooral niet inbeelden dat ik bijzonder ben en zodra het kleinste foutje merkbaar wordt, heb ik direct gefaald. Conclusie: ik ben niet goed genoeg en zal dat ook nooit worden.
Herkenbaar?
Voor niemand in mijn omgeving ben ik zo streng als voor mezelf. De onzekere stemmetjes streven naar perfectie, terwijl ik weet dat niets zo saai is als dat. Ik bedoel, stel dat ik werkelijk nooit meer 'fouten' zou maken; altijd charmant door het leven paradeer, onfeilbaar in mijn feitenkennis en oplossingsgericht voor ieder probleem (van een ander uiteraard, want zelf had ik die dan niet), hoe vervelend zou dat zijn? Waar is de creativiteit gebleven? Mijn trots op een plotselinge overwinning? Euforie na het bereiken van een langgekoesterde droom?
De aandacht opeisende negativiteitsdraak is niet te verslaan. Zijn gebrul over onzekerheid dreunt door, zelfs met mijn oren dicht. Wel kan ik proberen een kracht van zijn vuurshow te maken. De onzekere gedachtes helpen me immers ook reflecteren als ik op het punt sta Grote Beslissingen te nemen. Mijn onzekerheid biedt me ruimte na te denken over wie ik wil zijn, wat ik daarvoor over heb en hoe ik in actie wil komen.
Precies zoals ik anderen bij voorkeur met liefde benader, blijkt dit ook wat ikzelf nodig heb. De onzekerheidsdraak verschrompelt wanneer ik hem overval met warmte. De draak wordt een draakje -hunkerend naar aandacht- dat zijn vuur inzette om de Boze Buitenwereld op afstand te houden. 'Hoe meer afstand, hoe minder kwetsbaar' als lijfspreuk, Een oud overlevingsmechanisme waar ik nu vol vuur tegenin kan roepen: RAWR tegen onzekerheid! Omdat kwetsbaarheid de sleutel tot geluk is.
Hoe liever ik voor mezelf zorg, hoe positiever ik me voel. (Zelf)liefde vertelt hoe mooi je bent, hoe krachtig je ogen stralen, hoe je met vuur bereikt(e) waar je al jaren van droomt. Het staat altijd pal achter, voor, naast en -als het moet- zelfs bovenop je. Als beloning omdat je jezelf toestond te geloven in je eigen kunnen.
Mijn vuurspuwende draak versla ik met liefde. Niks geen aanstellerig gebrul, maar teder gefluister. Met oprechte aandacht leent het draakje mij zijn vleugels, om uit te vliegen.