Binnen grenzen
Woont een meisje
Op een berg
In een paleisje
Begroeid met rozentakken
Vol stekels achter muren
Waar de wereld buiten blijft
Maar ze graag doorheen wil gluren
Ze slaapt daar nu al jaren
In haar dromen is ze vrij
Maar al die honderd jaren
Hoorde ze er niet echt bij
Ze wil, ' t is waar, niets liever
Dan een sprookje als haar lot
Maar die verrekte prinsen
Schieten steeds maar weer tekort
Stekelstruiken overwoekert
Muren onbeklimbaar hoog
De beek, die bleek te diep
En de lucht strekt veel te groot
Dus 't prinsesje in haar bedje
Kijkt toe naar het geraas
Van de prinsen die proberen
Herhaald'lijk falen, helaas
Het meisje groeide groter
En daarmee ook haar wens
Om eens een held te vinden
Die bevrijd haar van die berg
Zodat ze vrij is om te vliegen
Te gaan, te vallen en te staan
Om zichzelf dan te bewijzen
Dat ze 't goede pad is opgegaan
Niet de ketens zijn het zwaarste
Die vallen reuze mee
Wat meeweegt is de twijfel
Ben ik wel oké?
In haar hoofd weet ze 't antwoord
Haar gevoel bevestigd dat
Maar gevangen in een lichaam
Vergt vertrouwen best wel wat
Dus droomt ze van een toekomst
Met een onbekende twist
Wie weet is het niet moeilijk
Als ze 't strakjes eenmaal wist
Ooit snoeit zij de dichtste bossen
Beukt zij neer de hoogste muur
Doorklieft zij het wildste water
Stijgt ze uit boven haar muur
Trots zal ze versteld staan
Van een kracht die zij niet kent
Omdat ze altijd hoop bleef houden
Dat je je eigen held al bent