Zandkasteel
Ik bouw een zandkasteel
Een zandkasteel van tranen
Het is al heel erg groot
Met van die torentjes
En een vlaggetje erop
Mensen zien een vloedgolf
Ik noem het liever een kasteel
Want daarbinnen voelt het veilig
En daarbuiten
Niet.
Ik bouw
En bouw
Een schepje erbovenop
En bouw
Met m’n emmertje in de weer
Poorten vergrendeld
Torens krijgen dorens
Dat schrikt de buitenwacht wel af
In mijn tranen ben ik veilig
Binnen mijn slotgracht vrij
Daar vellen ze geen oordeel
Daar is genoeg
Genoeg aan mij
Mijn tranen vullen leegtes
Zout breekt immers muren uit
De zilte smaak van
“Doe ik het wel goed?”
Maar niemand vult mijn leegtes
Niemand kan dat
Of…
In mijn slotgracht
Zie ik vroeger
Kringeltjes van fouten
Zonder na te denken
Duik ik
Van mijn toren
Kringeltjes van plonzen
Nog één keer spartelen
En dan
dan
Zweef ik
De tijd voorbij
Mijn zandkasteel is af
En ik?
Avontuurlijk