Regenboog

Gepubliceerd op 18 maart 2019 om 14:51

Hoe
Ik kijk
Kan ik kiezen
Wat ik zie is
Gegeven

 

Op een druiligere herfstdag trommelden dikke regendruppels op mijn raam. De wind woei wild om mijn hoekappartement, alsof het wilde bewijzen dat de broeierige zomer geen kracht had gekost.

 

Zittend op rock'n rollator Leo, bereidde ik mijn ontbijt. Iets vroeger dan normaal. Een   tandartsafspraak gooide roet in het eten. Hoewel ik daar normaliter geen moeite mee heb, zag ik er die dag tegenop. Niet vanwege ‘periodieke controlewerkzaamheden’ of onhandige gesprekjes waarin je jezelf uiteindelijk altijd kwijlend antwoord hoort geven op vragen van assistentes waar echt (echt!) handigere momenten voor zijn.
Nee, ik zag op tegen de tandartsafspraak omdat ik rechtop zou moeten zitten. In de taxi heen, tijdens het wachten op de assistente, de behandeling in de tandartsstoel, wachtend op de taxi terug, de taxirit zelf en dan thuis de 'beloning': napijn.
De afspraak van pakweg een half uur zou me dàgen gaan kosten... Een optocht van prikkels zou zich vanuit mijn bekken richting heupen, liezen, bovenbenen en uiteindelijk kleine tenen manoeuvreren. Evenals de pijnpolonaise in tegengestelde richting; via mijn rug, steeds hoger, tot ook mijn hoofd pijn zou doen. Hoe-ra.

 

Om mezelf af te leiden, besloot ik een extra lekker ontbijtje te maken. Verdiend, al zeg ik het zelf. Appeltje en banaantje in de koekenpan, speculaaskruiden eroverheen, muesli erbij, kokosyoghurt in een kommetje. Heerlijk!

 

Wanneer ik Leo naar onze thuisbasis -bank met dekentje- duw, valt mijn oog op iets buiten,  achter de gordijnen. Ik schuif ze open. Gebiologeerd kijk ik door mijn raam, naar de hemel. Mijn bezorgde gedachtes vervliegen. Het enige dat nog bestaat is wat ik zie: recht voor mij zweeft een prachtig heldere regenboog. Mijn hele uitzicht, hele aandacht, is ermee gevuld. Dit moment: W A U W

 

Ik schrik op als de laatste restjes regenboog opgaan in het niet. De mensen onder mijn raam lopen, fietsen, rijden door. Alsof er niets aan de hand is. Ze zagen niet wat ik zag. Hoogstens een vrouw die met open mond naar de hemel staarde. Bevangen door een even klein als groot geluk.

 

Mijn hele dag is goed; de taxiritten, de tandartsafspraak, de thuiskomst. Natuurlijk is er pijn, maar vandaag kan ik het aan. Alsof de pracht van de regenboog en kracht van de wind op mij afstraalden, me moed inbliezen.

 

Opeens besef ik dat wat je ziet gegeven is, maar hoe je kijkt een keuze.

 

Die regenboog blijft bij me. Op mijn netvlies, in mijn gedachtes. Waar ik ook ben, hoe moeilijk het ook wordt; als ik de rood-oranje-geel-en-groen-blauw-indigo-violette banen voor me zie, krijgt iedere situatie kleur.

 

Misschien is dat de pot met goud die de kaboutertjes me die dag lieten vinden.