Met z'n tweeën gaan we theeën in de stad
Om te vieren van de zevens in ons leven
Jij geluk, ik geluk, alsof we erop wachtten
Dat onvoldoendes plotsklaps tienen zijn
Één keer zei ik jou waar ik zo van verlangde
Tweemaal herhaalde jij dat dat best mag
Drie- vier- vijf- zes keer haperde ik
Gedachten door zeven op tafel
Ik wachtte en wachtte en smachtte
Zo’n wens voelt dan toch opeens waar
De negende keer stelde ik verwachtingen bij
-gaf al bijna op
Tot die tiende keer
Tot mijn wens
Als ware het een vlieger
Eén-twee-drie
Door zeven
Binnenvierde
Ik geef het een tien
Met een griffel
En een strik erom
Om uit te pakken
Zeven keer